Het sprookjesachtige winkeltje in Lissabon

Ooit had ik een geliefde die in containers dook

Als smoorverliefde kalfjes kuierden we, onze handen innig verstrengeld, door de mystieke schemerdonkere straatjes van 's-Gravenhage. 

Zo nu en dan dook er een container op die, roerloos wachtend op sloopafval om zijn hongerige buik te vullen, ons muisstil aanstaarde.

Mijn strijder beende er acuut op af en voordat ik het goed en wel in de gaten had lag hij er al in. Zorgvuldig schoof hij balken opzij alsof het mikadostokjes waren en na enkele minuten stond hij wederom, zijn uitbundige krullen onder het puinstof, voor mijn neus met de meest mieterse schatten.

Designstoelen waarvan er één een wiel miste, koninklijke stoffen van Kvadrat. En verder praktisch gereedschap —alsof hij dat al niet had—, puik behangpapier, sieraden, koffiezetapparaten, antieke boeken, peperdure handgemaakte designschoenen en fotoalbums uit de jaren stillekes. 

I kid you not.

Deze man had talent voor het vinden van mooie dingen. Hij had een exquise smaak.

Ik vermoed dat hij een alchemist was. Zelf vond hij van niet. Hij volgde zijn fingerspitzengefühl omdat hij niet anders kon. Alsof hij werd aangedreven door een innerlijke gulzige bliksemschicht. 

We begrepen elkaar. En niet zo’n beetje ook. Want ook ik ben een schatzoeker, een verzamelaar van ervaringen, een vergaarder van herinneringen, een dingenopraper. Alles wat van toegevoegde waarde is voor mijn art journal, glijdt - hopla - mijn zakken in. Snoeppapiertjes, stukjes kant, schelpjes, bierdopjes en -viltjes, etiketten, steentjes die ik vind naast de Hofvijver. Ik neem het allemaal mee.

Laatst was ik in Lissabon. 

Terwijl ik struinde door petieterige steegjes die niet in mijn toeristenboekje stonden (dat zijn de beste) viel mijn oog plotsklaps op een piepklein shopje met een verdacht mooi etalagetje barstensvol vintage kant, nostalgische embrasses, gehaakte pannenlappen en andere antieke accessoires. Het charmante zaakje lag ingeklemd tussen twee gammele leegstaande gebouwen en staarde me parmantig aan. 

Oooooh, jubelde mijn verwonderde kunstenaarshart.

Op het handgeschreven kaartje bij het raam las ik dat het winkeltje over een half uur zou sluiten. Ik was nog net op tijd. Als door een wesp gestoken stoof ik naar binnen. Achter de toonbank stond een kwiek verrimpeld dametje dat uit een sprookjesboek was gestapt. Het winkeltje was zo klein dat er precies één klant in kon. Ik dus. 

Met stomheid geslagen staarde ik naar de ellenlange rijen kant die, keurig verpakt in transparant plastic, de kleurloze achterwand opsmukten.

 

“De fabriek ging failliet”, ratelt het dametje in gebrekkig Engels terwijl ze de stalen op kleur sorteert. “Wat hier ligt is nergens meer verkrijgbaar”.

Ze draait zich om en kijkt me licht droevig aan. Mijn hart vult zich met mistroostige tranen. Ik begrijp haar. Ook ik verzet me hevig tegen het vervagen van ambachtelijke rijkheid die ooit de norm was en steeds sneller weggespoeld werd door de plastic soup uit China.

Onze blikken wisselen een verstandhouding uit die uren lijkt te duren maar slechts enkele seconden aanhoudt en we realiseren ons dat tijd nooit bestaan heeft in dit weelderige schouwspel waar ambacht en aandacht de enige ingrediënten zijn die ertoe doen.

Na 30 minuten sta ik fluitend buiten met mijn wagen volgeladen met kant, zwierige embrasses, kunstig gehaakte pannenlappen en stoffige tijdschriften boordevol vergeten haak- en breisteken. 

Gottegot wat een genot.

Dit is het creatieve leven wat mij zó gelukkig maakt. Wat soepel ontspruit en bruisend ontspringt. Ik prijs mezelf een gelukkig mens.

Het overkomt me regelmatig, mits ik me eraan overgeef. Dat laatste lukt me steeds beter.

Ooit was ik met Mr. Lover Lover (de man die in containers springt) in Berlijn. We ontdekten een winkel barstensvol knopen uit de vijftiger, zestiger en zeventiger jaren. 

Meine Güte.

Knopen van ouderwetse marinierskostuums, stoefend naast delicate knoopjes die lang geleden frivole jurkjes uit cabaretvoorstellingen verfraaiden. Knopen waar Mary Quant een moord voor zou plegen. In no time nodigde eigenaar Paul ons uit voor een Milchkaffee mit Berliner Bollen en bevonden we ons in het vooroorlogse keukentje achterin de winkel. Ik hou ervan. Gesprekken voeren met de mens achter het spektakel. Tsja, ik geef het toe, ik ben niet alleen een creatief gulzig monster maar ook een nieuwsgierige speurneus. 

Als ik niet zou doen wat ik nu doe, was ik vast en zeker Sherlock Holmes geworden. 

Ach wat zeg ik, ik bén Sherlock Holmes. Ik speur, graaf én vind keer op keer datgene waar mijn hart gruwelijk hard van gaat jodelen.

 

En jij?

Vertrouw jij op jouw creatieve muze of is jouw hoofd de systematische besluitnemer? Durf jij af te wijken van het gebaande pad en te varen op een zee waar woeste golven de dienst uitmaken en jou het zicht ontnemen? Terwijl je diep van binnen weet dat de regenboog zich uiteindelijk steeds opnieuw zal aandienen? 

Kies jij voor de muze met haar zachte honingzoete fluisterstem? Of voor de krijsende draak die keer op keer beren op jouw pad smijt? De draak die jou niet dient. Nu niet nooit niet.

Ik gun het jou zó, die muze.

En stel nou hè dat jij voor jouw muze kiest. Maar dat je dat toch best griezelig vindt. Want waar moet je beginnen? En hoe? Wat voor materialen heb je nodig? En, je wilt het niet helemaal alleen doen, maar sámen. De creatieve hiking trail onderzoeken, hand in hand kuieren, tekenen met het puntje van je tong uit je mond, vol verwondering proevend van wat je onderweg tegenkomt.

Sluit je ogen en spits je oren. 

Hoor jij de honingzoete stem van jouw smaakvolle muze fluisteren? Haar lieflijke geprevel klinkt zacht maar helder. 
”Maak je hoofd leeg en doe waar je al lang van droomt. Ga. Er ligt zoveel moois op je te wachten. Ik beloof je, ik ben de strijdster aan jouw flank.”

You have nothing to lose and everything to gain.

Neem je muze serieus want voor je het weet verandert zij in een uitgedroogd kwastje en schrei jij bitterzoete tranen.

Je snapt.


Muzische groet,
Marenthe 💞


Overvloedig veel inspiratie, gulzig genietend, creërend waar en wanneer jij maar wilt. 

Lijkt je dat wat?

Previous
Previous

Sneak preview: The making of Marenthe’s world

Next
Next

De relatie tussen Passie en Lassie